Hulp bij toegankelijkheid

Skip to main content

IJzertijd (800 tot 50 voor Christus)

De smeden ontwikkelden allerlei technieken zoals het maken van platen en draden door hameren en trekken, gieten, lassen, solderen en klinken. Ze maakten versierselen, vaatwerk, beelden, gereedschappen en wapens. Het gebruik van metalen gereedschap maakte veel fijnere bewerkingen mogelijk waardoor er een grote vooruitgang kwam in o.a. de houtbewerking. Het maken van wagens met wielen en van waterraden was alleen mogelijk dankzij de metalen gereedschappen. In de landbouw kwam een flinke vooruit­gang door het gebruik van een metalen ploegschaar.

Het gebruik van ijzer als basismateriaal voor gebruiksvoorwerpen deed omstreeks 700 v.Chr. zijn intrede in het Maasdal. De techniek om ijzer te maken was al bekend in de Bronstijd, maar het nieuwe metaal raakte pas vanaf ongeveer 800 voor Christus in gebruik in Nederland. IJzer komt ook in ons land voor, meestal als 'moerasijzererts'. Het wordt gevormd in beekdalen en moerassen.

De naam ijzertijd duidt op het veelvuldig gebruik van ijzer bij het maken van metalen voorwerpen. IJzer heeft diverse voordelen ten opzichte van brons:

  • Het is harder, dus beter geschikt voor wapens en gereedschap
  • Het is makkelijker te bewerken
  • Het is makkelijker te repareren
  • De grondstof ervoor komt op veel meer plaatsen voor
  • Het gaat langer mee

In de IJzertijd bouwden de smeden oventjes in een kuil of tegen een helling. in zo'n oventje werden afwisselend houtskool- en ijzerertslagen gelegd. Met een blassbalg voerde de smid lucht aan. De temperatuur van 1100 graden was te laag om alle ijzer te smelten en bij het afbreken van de oven vond de smid dan ook een klomp onzuiver ijzer van 20 tot 50 kilo. In de smidse moest hij dit ijzer opnieuw verhitten en telkens uithameren om de onzuiverheden te verwijderen.  

Doordat de metaalbewerking ontstond in de tijd van de grote steden, waar specialisatie en arbeidsverdeling gebruikelijk waren, was dit van het begin af aan een gespecialiseerd beroep, uitgeoefend door het exclusieve gilde der smeden. Dit exclusief karakter blijkt uit de geheimzinnigheid waarmee hun techniek zelfs tot voor kort werd omgeven, en uit het ontbreken van een schriftelijke overlevering, waardoor veel ervan verloren ging. De geheimhouding van bepaalde technieken speelde een belangrijke rol bij het eerste gebruik van ijzerenstaal.